Godsdienst was erg belangrijk in het leven van de Azteken. Zij aanbaden honderden goden en godinnen die bijna ieder aspect van het dagelijkse leven van de mensen controleerden en beïnvloedden. Zo waren er bijvoorbeeld veel landbouwgoden omdat de samenleving sterk afhankelijk was van landbouw. De Azteken dachten dat de aarde een wereld was vol goddelijke krachten, die de planten deed groeien, al het leven voortbracht maar ook de dood en alle vernietiging veroorzaakte. Voor de mensen was het leven vol angst en onzekerheid, en het was daarom belangrijk de goden gunstig te stemmen om te overleven. De Azteken hadden zo'n twee honderd feesten per jaar, die samen gingen met steeds dezelfde rituelen.

Ook offerde de Azteken mensen aan de goden, ze dachten dat als de goden niet gevoed zouden worden met bloed van mensen dat er dan rampen zouden gebeuren.

De goden hadden het bloed van mensen ook nodig om dingen te laten groeien en om de zon elke keer weer te laten opkomen. Het hart was het offer voor de zon. De zon maakte nadat hij werd geschapen gelijk zijn zus de maan dood. De Azteken zagen de zon als de moeder van de mensen

QUETZALCOATL, "gevederde slang", de god van beschaving en kennis. (Het was de naam van een godheid, een koninklijke titel, de naam van een legendarische priester/heerser. De natuurlijke, aardse kracht wordt gesymboliseerd door de gevederde slang die opstijgt vanuit de aarde. In de oorspronkelijke Azteekse beschrijving van Quetzalcoatl staat dat hij water op zijn staart heeft tengevolge van een opkomende geweldige regenstorm.

Religieuze kalender

 

 

De kalender die de Azteken gebruikten stond in verband met de goden. Volgens het Azteeks geloof vond het einde van de wereld plaats aan het einde van een 52-jarige cyclus, die werd aangegeven op de Heilige kalender.

Een zonnejaar op de kalender werd verdeeld in 18 periodes van elk 20 dagen. Die dagen kwamen overeen met een reeks beschermgoden. Wanneer een periode begon werd de eerste dag een ceremonie georganiseerd. Hier werden vaak mensen of dieren geofferd.

Een ‘kalendersteen’. De symbolen tonen aan wanneer er zonsverduisteringen zullen plaatsvinden. De god Tonatiuh staat centraal. De eerste band hierrond voorspelt het einde van de wereld. De tekens op de volgende band stellen de dagen van het jaar voor. Dit is een moderne weergave.